5.1 ‘Het is eigenlijk een manier van omdenken’

Het team De Hoogte in Goes is inmiddels getraind op Triple-C. Ook heeft dit team al ervaring met de nieuwe structuur, waarbij gewerkt wordt met de driehoek: coördinerend begeleider-gedragsdeskundige-manager. Om te horen hoe een en ander bevalt gaan we in gesprek met de drie leden van de driehoek, namelijk Suzanne Lindhout, coördinerend begeleider, Lilli Schenk, gedragsdeskundige en manager Linda van Son. Zij vertellen enthousiast over hun ervaringen en over hun inspanningen om elkaar bij de les te houden.

De Hoogte is een woon- en werkleerlocatie voor mensen met een verstandelijke beperking en een diagnose in het autistisch spectrum. “We hebben hier regelmatig te maken met complexe gedragsvraagstukken”, verduidelijkt Lilli. “Zo hadden we afgelopen zomer een aantal crisissituaties. Daarnaast hebben we binnen het team veel wisselingen gehad, zodat lang niet iedereen de Triple-C scholing heeft gedaan. Desondanks maken we kleine stapjes. Het is leuk om met die ontwikkeling bezig te blijven.”

Gezamenlijkheid van dezelfde taal
Triple-C in de dagelijkse praktijk van De Hoogte betekent volgens Linda in ieder geval de gezamenlijkheid van dezelfde taal spreken, hoe moeilijk dat soms ook is. Daarbij haalt Lilli het voorbeeld van probleemgedrag aan. “In zo’n geval snap je de reactie van de medewerker, die daar moeite mee heeft. Het is dan lastig om de focus niet op het probleemgedrag te leggen, maar te zoeken naar waar de onderliggende menselijke behoeften van de cliënt schuren. Toch proberen we dat iedere keer weer. We weten immers dat de stoel van de cliënt vast staat en dat wij ‘moeten schuiven met onze stoelen’. Het staat allemaal nog in de kinderschoenen, maar we proberen weldegelijk om steeds terug te grijpen op Triple-C.”

Aansprekende praktijkvoorbeelden
De kleine stapjes die het team De Hoogte zet, zijn aansprekende praktijkvoorbeelden. Zo lopen in De Hoogte wonen (begane grond en eerste verdieping) en werken (kelder) voortdurend door elkaar. Linda: “Koken en eten gebeurt beneden, waar ook gewerkt wordt. Het team heeft zich de vraag gesteld: waarom doen we dit eigenlijk? We maken nu kleine stapjes om wonen en werken meer te scheiden. Lunchen doen de bewoners inmiddels in de woonkamer en op termijn doen we dat ook met het avondeten.” Suzanne: “Ook het ontbijt doen we anders. Tot voor kort kregen de bewoners dit op hun kamer geserveerd. Ook dit eten we nu samen in de woonkamer.” Een ander voorbeeld is de behoefte aan nabijheid die veel bewoners hebben. Ook tijdens het koken zorgt het team ervoor dat er nu één begeleider zichtbaar is bij de appartementen. Lilli: “Voor bewoners is dat fijn. We hadden mensen die voortdurend van boven naar beneden liepen en dat put uit, zorgt voor spanning en soms zelfs overprikkeling.”

Inzicht met RUR
Binnen het team is Triple-C een regelmatig terugkerend thema. Lilli: “Ik vind RUR (richting – uitnodigen – ruimte geven) een fijne leidraad om te kijken wat passend is voor een cliënt. Het biedt inzicht.” Linda vervolgt: “Het is eigenlijk goed om alle cliënten periodiek op deze manier langs te lopen, én niet alleen de cliënten met de heftigste gedragsproblemen. Zo krijg je inzicht in de behoefte aan ondersteuning. Het is namelijk fijn dat wat je doet, goed onderbouwd is. Ook als dat betekent dat je je directief moet opstellen ten opzichte van een cliënt.” Suzanne beaamt dit en vertelt dat zij zich weleens een ‘indringer’ voelde als ze een appartement binnenging. “Triple C helpt me daarin. Ook al doet een cliënt je misschien anders geloven, vanuit Triple C wéét ik dat de cliënt behoefte heeft aan een richtinggevende begeleidingsstijl. Dat maakte het voor mij makkelijker om het dan ook te doen.”

Positieve energie
Iedereen is het erover eens dat het lastig is als binnen een team een deel wel en een ander deel niet of minder bekend is met Triple-C. Dat roept soms vragen op. Toch signaleert Lilli dat er positieve energie rondgaat. “We behalen succesjes door zaken stap voor stap anders in te richten. Maar dat is soms best moeilijk om te zien en het vergt ook echt moeite om het vol te houden. Toen laatst het ontbijtservies aan stukken ging bijvoorbeeld was dat lastig.” Linda: “Ik vergelijk het soms maar gewoon met thuis en met kinderen. Dan geef je ook niet op, maar blijf je het proberen. In feite is het hun huis en wij helpen hen daar zo goed mogelijk bij.”

Korte lijnen
Over het nieuwe driehoeksoverleg zijn zowel Suzanne, Lilli als Linda enthousiast. De lijnen zijn daarmee beduidend korter en er kan veel sneller en alerter worden gereageerd. Linda: “Voorheen schoof ik weleens aan bij een teamoverleg en dan kon ik op dat moment reageren op zaken die er speelden. Nu hebben we veel frequenter contact en kunnen we proactief bespreken wat er speelt. Centraal staat: wat heb je als team nodig om morgen weer in te stappen bij iemand die misschien vandaag fysiek agressief is geweest. ” Suzanne voegt toe dat zij vanuit het werkoverleg heel makkelijk en snel een bruggetje kan slaan naar het driehoeksoverleg. “Het doel is om zo meer proactief met elkaar te werken. Naar mijn idee werkt dat. De lijnen zijn kort en we kunnen sneller inspelen op zaken die spelen.” Elkaar beter begrijpen Lilli ervaart dat door Triple-C haar rol niet veranderd is, maar wel de manier waarop ze met het team praat. “We hebben een gemeenschappelijke taal, waardoor we elkaar beter begrijpen. Je kunt elkaar vragen stellen en samen tot een oplossing komen. Daarbij is het steeds de uitdaging je eigen vooroordelen en overtuigingen aan de kant te zetten en te kijken naar het belang van de cliënt. ” Linda beaamt dit: “Je gaat met dezelfde uitgangspunten op zoek naar wat haalbaar is. Wie is deze client, wat zijn zijn behoeften en wat kunnen wij doen.” Suzanne vult aan dat het leuk is om uit te zoeken welke behoeften er schuil gaan achter het gedrag van een cliënt. Zij concludeert: “Het is eigenlijk een manier van omdenken.”

Over Triple-C
Triple-C is onze kijk op zorg en ondersteuning. Om zo goed mogelijk op de ondersteuningsbehoeften aan te sluiten, worden alle medewerkers in Triple-C getraind. Om medewerkers, cliënten en verwanten te verduidelijken waarom we voor deze visie kiezen en hoe we te werk gaan, maakten we deze video:

5.2 ‘Steeds meer mensen ontdekken Gors als werkgever’

De krapte op de arbeidsmarkt is al langere tijd voelbaar en naar verwachting verandert daar de komende jaren weinig aan. Dat stelt nieuwe eisen aan het werven van nieuwe medewerkers. Om beter in beeld te komen als werkgever en de juiste mensen aan te trekken, is de werkgroep Arbeidsmarktcommunicatie opgericht. Deze werkgroep maakt werk van het positioneren van Gors, als als werkgever voor zorgprofessionals, aanstormende talenten en vrijwilligers.

P&O adviseur Emine Kaya lanceerde media 2020 het initiatief voor deze werkgroep. In de werkgroep zijn verschillende disciplines vertegenwoordig. Robbin Gilijamse bijvoorbeeld, Communicatieadviseur, neemt deel, evenals een personeelsconsulent en coördinator vrijwilligersorganisatie. “De reden voor dit initiatief was, dat ik zag dat er binnen Gors nauwelijks iets gedaan werd aan arbeidsmarktcommunicatie. We deelden vacatures en meer niet. Dat is in de huidige tijd veel te mager. Gezien de krappe arbeidsmarkt is het belangrijk om je als werkgever te profileren en een langdurige relatie aan te gaan met potentiële kandidaten. Mensen moeten weten wie je bent en wat je biedt om geïnteresseerd te kunnen raken in een baan bij onze organisatie.” Robbin vult aan: “Door alleen een vacature te plaatsen, leren mensen Gors niet kennen. Het werven gaat makkelijker als potentiële kandidaten je kennen en een positief gevoel hebben bij de organisatie.”

Werkgeversbelofte
Het eerste doel dat de werkgroep zichzelf stelde, was het formuleren van een werkgeverbelofte. Die belofte is namelijk de kapstok voor alle arbeidsmarktcommunicatie. “We hebben die belofte verwoord aan de hand van vier kernwoorden waaruit onze ambitie spreekt, te weten geïnteresseerd, groei, gewaardeerd en gezamenlijk”, legt Robbin uit. “Vervolgens zijn we dit gaan laden met verschillende acties en online campagnes. Daarvoor werken we samen met gespecialiseerde communicatiebureaus. Zo hebben we video’s gemaakt en online gedeeld waarop medewerkers en cliënten hun eigen, authentieke verhaal vertellen. Op die manier geven we lading aan onze werkgeverbelofte. We hebben dat in twee rondes gedaan. Eerst door vooral lading te geven aan de kernwoorden en in de volgende fase met meer verdiepende filmpjes over werkervaringen bij Gors.”

Bouwen aan de juiste infrastructuur
Emine vertelt dat de werkgroep ook aandacht heeft besteed aan een goede interne infrastructuur. “We hebben bijvoorbeeld de ‘werken bij Gors’ website helemaal op de schop genomen. Verder hebben we werk gemaakt van ‘interne ambassadeurs’. Dit zijn de medewerkers die ook meewerken aan de externe campagnes. Door hen betrokken te houden, dragen zij ook op hun manier onze boodschap weer uit.”

Veel mensen bereikt
Dat de inspanningen van de werkgroep effect hebben, blijkt uit de cijfers. Zo vertelt Robbin dat in de eerste 2 campagneweken alleen al via Facebook 10.000 mensen werden bereikt, waarvan een grote deel doorklikte naar de werkenbijGors.nl. “We realiseren hoge doorklikratio’s. Waar 1% normaal is, zitten wij op 6,64%. Eigenlijk zet dat beeld tot op heden door. De mooiste prestatie is misschien wel dat we daardoor ook beduidend meer sollicitaties binnenkrijgen. We zien een stijging van 30% vergeleken met een periode zonder arbeidsmarktcampagne.” Emine vertelt dat om die reden ook in 2023 vergelijkbare campagnes zullen worden gelanceerd. “Kennelijk waren we nog niet voldoende bekend en vielen we daardoor op. Om die reden is het goed om dit te herhalen, maar ik verwacht iets minder goed te scoren, puur en alleen omdat we geen nieuwe naam meer zijn voor de doelgroep.”

Inloopmiddagen
Een andere succesvolle keuze is de start van de inloopmiddagen, iedere laatste dinsdagmiddag van de maand. “De tweede dinsdag heb ik maar liefst tien mensen op bezoek gehad”, vertelt Emine enthousiast. “Daar zat alles tussen; jong en oud, zorgprofessional en vrijwilliger. Leuk was dat deze mensen zo geïnteresseerd waren, dat ze het niet erg vonden om even te wachten. Sterker nog, daardoor ontstonden ook onderling leuke gesprekken.” Een ander initiatief waar Emine met een goed gevoel op terugkijkt, is de deelname aan de banenmarkt tijdens Contacta in Goes. “We hebben daarvoor de samenwerking opgezocht van het Team Ervaringsdeskundigen (TED). Leden van dit team zijn mee geweest om direct uit eerste hand te kunnen vertellen over de zorg die Gors biedt. Ik zie de meerwaarde daarvan en hoop volgend jaar ook met TED te kunnen samenwerken voor bezoeken en presentaties op middelbare scholen en het middelbaar- en hoger beroepsonderwijs.”

Trots verder
Natuurlijk is de werkgroep trots op de resultaten die ze hebben behaald. Er zijn mooie successen geboekt in het afgelopen jaar. De uitdaging zit nu in het vasthouden daarvan. Er zijn plannen genoeg. Zo krijgen de inloopmiddagen een vervolg, wordt er nagedacht over het intensiveren van de contacten met scholen en zal het vizier ook meer en meer intern worden gericht. Emine: “Het is superfijn dat zoveel mensen interesse hebben in een baan bij Gors, maar er komen ook steeds weer nieuwe banen bij. Om die reden is het belangrijk om ook de blik naar binnen te richten en te kijken hoe we medewerkers kunnen blijven binden en boeien.” Robbin benadrukt dat de trots ook zit in het feit dat de werkgroep samenwerking stimuleert tussen de verschillende afdelingen. “Ook dat is winst.”

Krimpregio
Aan het einde van het gesprek, nadat alle positieve zaken benoemd zijn, benadrukken Emine en Robbin nogmaals dat de arbeidsmarkt momenteel méér dan uitdagend is. “Ondanks de eerste positieve successen, moeten we ons realiseren dat ons werk een enorme opgave is. Zeeland is een krimpregio, waar de bevolking vergrijst. Voor de komende jaren worden tekorten voorspeld van tientallen duizenden werkenden. Door twee belangrijke oorzaken; vergrijzing en ontgroening van onze maatschappij. In de krimpregio Zeeland verdubbelt de komende 30 jaar de populatie van 80+. Zij werken vaak niet. En hebben meestal wel zorg nodig. Tegelijk daalt de Zeeuwse beroepsbevolking (15-65 jaar) tot 2040 (UWV, 2021). Ook is er een mismatch op de arbeidsmarkt. Zo liggen de salarissen in de zorgsector lager dan in andere sectoren, wordt er veel in deeltijd gewerkt en worden mensen in onze kenniseconomie gestimuleerd zich hoog op te leiden. En dat, terwijl het grootste werkaanbod in de zorg, en dus ook bij Gors, op Mbo-niveau ligt. Kortom, ondanks al onze inspanning blijft dit een moeilijk vraagstuk waar we de komende jaren nadrukkelijk mee te kampen hebben.”

Bekijk hier 1 van de video’s uit de campagne:

 

5.3 Van begeleider naar onderhoudsmedewerker

Met haar ervaring in de horeca en de omgang met mensen met een beperking, is Renate Hendrikse de geknipte kandidaat voor de functie van begeleider bij de dagbestedingslocatie/werkleerbedrijf Hermesweg in Vlissingen. Het lijkt allemaal te kloppen, maar het aantal uren dat Renate kan werken wringt. “Twintig uur in de week is voor mij niet voldoende. Ik zocht meer zekerheid, ook omdat ik een eigen huis heb. Toen ik over de vacature Onderhoudsmedewerker las, had ik direct interesse. Natuurlijk vanwege de volle werkweek van 36 uur, maar ook omdat het werk zelf me aansprak. Inmiddels weet ik: bij team Facilitair & Huisvesting wil ik het nog heel lang volhouden.”

Het werk bij de Hermesweg was erg afwisselend. Op deze locatie werd onder andere appelsap gemaakt. Renate stuurde een groep aan van ongeveer zes mensen. “Soms ging het allemaal vanzelf, maar er waren ook dagen dat je iedereen enorm moest stimuleren. Als begeleider houd je iedereen aan het werk, stuur je mensen aan en zorg je ervoor dat de dag voor iedereen goed verloopt. Mooi is dat ik zelfs een opleiding heb mogen volgen, namelijk via de Nationale Zorgklas. Op die manier heb ik mijn mbo-certificaat Maatschappelijke Zorg behaald.”

Te weinig zekerheid
Renate geeft aan dat ze in het begin bij Gors best even zoekend was. Ze miste informatie over bij wie ze voor wat moet zijn. “Gors is natuurlijk best groot. Als nieuwkomer had ik iets meer informatie wel fijn gevonden.” Toch vindt ze al snel haar draai, alhoewel het aantal uren een zorg blijft. “Ik heb herhaaldelijk aangegeven dat ik meer vaste uren wilde, maar in de zorg is dat moeilijk. Zorginstellingen willen flexibel blijven en bieden daardoor vaak liever kleinere contracten aan. Gelukkig kon ik af en toe in De Smulkamer in Goes invallen, maar die tien uur extra boden me nog steeds te weinig zekerheid.”

Vacature: onderhoudsmedewerker
Als Renate de vacature voor Onderhoudsmedewerker ziet, lijkt dat mogelijk een oplossing te zijn. Toch gaat ze niet over één nacht ijs. “Ik ben best handig, maar toch heb ik er natuurlijk eerst goed over nagedacht. Wil ik dit echt? Ga ik het contact met de cliënten niet al teveel missen? In een gesprek met de manager en p&o-adviseur werd ik op de functie van coördinerend begeleider gewezen. Maar eerlijk, dat zag ik eigenlijk niet zitten, onder andere omdat dat een nieuwe functie was met erg veel verantwoordelijkheden, waardoor ik waarschijnlijk, mezelf kennend, ook nog ’s avonds zou doorwerken.”

Warm welkom
Het welkom bij team Facilitair & Huisvesting ervaart Renate als zeer warm. Ze komt daar in een team met drie naaste collega’s, de leidinggevende en een assistent. Het werk zelf omvat véél meer dan ze op basis van de vacaturetekst had verwacht. Lachend: “Die tekst kunnen ze beter wat aanpassen. Daardoor kreeg ik de indruk dat het ging over een schilderijtje ophangen en een lampje vervangen, maar we pakken complete verbouwingen aan. Zo zijn we momenteel in Zierikzee bezig met een verbouwing. Dat behelst onder andere kozijnen plaatsen, WC’s plaatsen, kitten, elektrische leidingen trekken enzovoorts. Gaandeweg leer ik alles van mijn collega’s. Ik zou graag nog een elektra training doen en volgens mij meer mensen in ons team.”

Teamwork
Over het team is Renate meer dan te spreken, evenals over het werk zelf. “Het is leuk dat we op vrijwel alle locaties komen. Ik was aanvankelijk bang dat ik het contact met cliënten zou missen, maar daarvan is geen sprake: dat contact is er nog steeds. Soms krijg ik een dikke knuffel als ik ergens aankom. Dat is leuk; wat we doen, doen we uiteindelijk ook voor hen. Met de collega’s onderling is het heel fijn samenwerken. We werken hard en ik zit vaak ’s avonds om negen uur al te knikkebollen, maar we hebben onderling ook vreselijk veel plezier.”

Volg je hart
Op de vraag of Renate nog tips heeft, antwoordt zij resoluut: volg je hart. “Als je niet gelukkig bent in je werk of loopt te piekeren, praat dan er eens over met je leidinggevende of de p&o-adviseur. Als ze weten waarmee je zit, dan kunnen ze veel voor je betekenen. Gors is als werkgever namelijk behoorlijk flexibel. Je moet alleen even de juiste mensen weten te vinden en aanspreken.”